Rivieroevers in Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden liggen bezaaid met plastic draden, afkomstig uit de bodemvisserij. Deze oranje of blauwe plastic draadjes, ook wel vispluis genoemd, zijn met stip binnengekomen in de top 15 van meest gevonden afval langs de Nederlandse rivieren. Op de oevers van de Oosterschelde en de Westerschelde voeren deze plastic draden de lijst met afstand aan. Langs het Haringvliet in Zuid-Holland staat het vispluis op een tweede plaats. Dit blijkt uit onderzoek van Schone Rivieren, het samenwerkingsverband van IVN Natuureducatie, Stichting De Noordzee en Plastic Soup Foundation.
Per 100 meter rivieroever vonden vrijwilligers van Schone Rivieren in het najaar langs de Westerschelde gemiddeld maar liefst 49 stuks vispluis. Op de oever van de Oosterschelde waren dit 43 stuks en langs het Haringvliet 33 stuks. Plastic draden (vispluis) staan nu op plek 6 in de top 15 van meest gevonden afval op de rivieroevers in Nederland. Deze hoge notering is te verklaren door de uitbreiding van het onderzoeksgebied van Schone Rivieren. Zo vond eerder langs de Ooster- en Westerschelde nog geen monitoring plaats.
De gevonden plastic draden worden gebruikt in trossen onder visnetten van de bodemvisserij. Ze worden daar geplaatst om de netten te beschermen tegen slijtage. Door schuring over de zeebodem breken de dunne plastic draden makkelijk af. Het lijkt erop dat het vispluis vanuit zee de rivierdelta instroomt, maar meer onderzoek is nodig om de dynamiek van deze gebieden, zoals de invloed van stroming en getij, in kaart te brengen.
Noodzaak statiegeld op blik
Afgelopen herfst gingen weer zo’n 600 vrijwillige afvalonderzoekers van Schone Rivieren op bijna 300 locaties op pad om het afvalprobleem op de Nederlandse rivieroevers in kaart te brengen. In totaal vonden zij ruim 47.000 stuks afval, voornamelijk plastic. Bij vier op de vijf metingen werden plastic flesjes gevonden en bij twee derde van de metingen blikjes. Waar de drankverpakkingen werden aangetroffen, waren dit per 100 meter gemiddeld 11 flesjes en 7 blikjes. ‘Verontrustend,’ stelt Marijke Boonstra van Schone Rivieren. ‘Het is daarom goed dat statiegeld op kleine plastic flesjes eraan komt en we roepen het demissionaire kabinet op om nu nog te besluiten versneld statiegeld op blik in te voeren en niet pas in 2022. Die urgentie is met onze laatste metingen opnieuw aangetoond.’
Bovenaan in de top 15 van meest gevonden afval op de oevers staan kleine ondefinieerbare stukjes zacht en hard plastic. Ooit zijn dit bijvoorbeeld gedeelten van drank- en voedselverpakkingen geweest, maar inmiddels is dit niet meer te achterhalen. Ook worden veel stukjes piepschuim (plaats 3) gevonden. Plastic snoepverpakkingen staan op een vierde plek. Verder worden zaken als sigarettenfilters, vochtige doekjes en wattenstaafjes veel gevonden. Specifiek aan corona gerelateerd afval, zoals mondkapjes, staat niet in de lijst van veel aangetroffen afval. Het onderzoek van Schone Rivieren werd uitgevoerd voor de invoering van de mondkapjesplicht op 1 december 2020.
Factsheet Resultaten Najaarsmeting 2020
Plastic korrels
Bij één op de vijf onderzoekslocaties werden kleine plastic korrels (nurdles) gevonden. Deze korrels vormen de grondstof voor bijna alle plastic producten. 21 plekken konden worden aangemerkt als nurdles-hotspot. Langs onder andere de IJssel, Lek, Waal en Oosterschelde werden meer dan 400 plastic korrels per vierkante meter aangetroffen. Nurdles zijn schadelijk voor het milieu. Dieren kunnen de onverteerbare korrels aanzien voor voedsel, waardoor ze geen honger meer voelen en kunnen sterven.
Uniek onderzoek
Het onderzoek van Schone Rivieren, een initiatief van IVN Natuureducatie, Stichting De Noordzee en Plastic Soup Foundation, is het meest grootschalige afvalonderzoek in de Nederlandse rivierdelta. Met behulp van burgerwetenschap worden twee keer per jaar gegevens verzameld. Het wordt uitgevoerd op basis van de OSPAR-methode. Dit is een internationaal erkende methode voor het onderzoeken van afval op stranden. Deze methode is aangepast zodat deze ook toepasbaar is voor rivieren. Het onderzoeksgebied, dat al bestond uit de Maas, de Waal, de IJssel, de Nieuwe Waterweg, de Dordtse Kil, de Oude Maas, het Hollands Diep en het Haringvliet is het afgelopen jaar verder uitgebreid met de Nederrijn, de Lek, Grevelingen, Oosterschelde en Westerschelde.
Een onderzoeksgebied bestaat uit 100 meter rivieroever. Vanaf de waterlijn tot aan de aaneengesloten begroeiing wordt afval verzameld en genoteerd. Stichting De Noordzee voert controlemetingen uit om de kwaliteit te waarborgen. Ook dragen de analyses bij aan de kennis over de verplaatsing van afval in de Nederlandse riviersystemen.