Na afloop van het mooie schaatsweekeinde troffen boswachters overal lege blikjes, doppen, plastic tassen en zelfs kussentjes aan in natuurgebieden. Heel jammer dat mensen genieten van de mooie natuur en er dan toch voor kiezen om hun rommel achter te laten. Gelukkig is er ook een andere trend: steeds meer Nederlanders lijken zich druk te maken om de plasticsoep en willen helpen. De afgelopen maanden heeft het samenwerkingsverband Schone Rivieren er maar liefst 300 vrijwilligers bijgekregen, die het rivierafval gaan onderzoeken.
Dit betekent dat de komende vier weken ruim 1100 vrijwilligers langs de grote rivieren op pad gaan om het afval op te ruimen en in kaart te brengen. Marijke Boonstra, projectleider Onderzoeken bij Schone Rivieren: ‘De coronapandemie lijkt er echt voor gezorgd te hebben dat mensen meer belang zijn gaan hechten aan de natuur. Het is geweldig om te merken hoe gemotiveerd veel Nederlanders zijn om zich in te zetten in de strijd tegen het zwerfvuil op de rivieroevers.’
Door de grote toename van het aantal vrijwilligers kunnen we ook steeds meer rivieroevers onderzoeken. Van 15 februari tot en met 15 maart gaan de vrijwillige onderzoekers, die hiervoor speciaal een training hebben gevolgd, op pad op maar liefst 634 uitgezette trajecten langs de Maas, Waal, Lek en andere grote rivieren.
Schone Rivieren, bestaand uit IVN Natuureducatie, Stichting De Noordzee en Plastic Soup Foundation, verwacht dat de vrijwilligers ook nu weer veel afval zullen vinden, zoals iedere keer in het voorjaar. Schone Rivieren doet sinds 2017 onderzoek naar zwerfafval op de rivieroevers. Vorig voorjaar werden per honderd meter rivieroever gemiddeld maar liefst 450 stuks afval aangetroffen. Dit zwerfvuil bestaat veelal uit plastic flesjes, blikjes, chips- en snoepverpakkingen, sigarettenpeuken en wattenstaafjes. Na het schaatsweekeinde en het hoge water begin februari zou de hoeveelheid afval nog wel eens hoger kunnen uitvallen.